Financiële gezondheid in 2023 licht verbeterd

In maart 2024 presenteerde Deloitte de derde editie van het jaarlijkse onderzoek naar de financiële gezondheid van Nederlandse huishoudens. Het rapport van dit jaar heet ‘Samen navigeren door onzekere tijden’ en ondanks die onzekerheid blijkt in 2023 toch een lichte verbetering in de cijfers te zien. Partner financial services en mede-onderzoeker Peter van Loon van Deloitte gaat dieper op de materie in.

 

Deloitte voerde het onderzoek uit in samenwerking met het Nibud en academici van Tilburg University en de Universiteit Leiden onder 5.001 Nederlandse huishoudens. In de metingen onderscheidden de onderzoekers vier financiële gezondheidsniveaus met eigen dynamieken en aandachtspunten. Voor alle niveaus toonden de cijfers van 2023 verbeteringen ten opzichte van een jaar eerder. In 2023 namen zowel het aandeel financieel gezonde huishoudens (26% ten opzichte van 21% in 2022) als het aandeel financieel toereikende huishoudens (21% ten opzichte van 19% in 2022) toe. Het aandeel financieel kwetsbare en financieel ongezonde huishoudens is kleiner geworden, van opgeteld 60% in 2022 naar 53% in 2023.

 

Wat verstaat u precies onder ‘financiële gezondheid’?
Van Loon: “In het onderzoek hanteren we de definitie ‘de mate waarin de persoon of een huishouden in staat is om op een comfortabele manier de huidige financiële verplichtingen en behoeften te voldoen’. En ‘de financiële zekerheid op te bouwen en levensdoelen na te streven’. Een brede, holistische definitie die kijkt naar de korte en lange termijn. Financiële gezondheid is niet statisch, maar dynamisch. Het gaat om de samenhang tussen inkomen, uitgaven, sparen, lenen en plannen. Deze vijf elementen hanteren we ook in het onderzoekmodel dat we hebben gehanteerd. De balans tussen deze vijf elementen is cruciaal voor financiële gezondheid.”

 

Het rapport spreekt van een voorzichtige verbetering van de financiële gezondheid van Nederland. Hoe uit zich dat?
“In 2023 zien we inderdaad een voorzichtige verbetering. De genomen maatregelen, zoals loonstijgingen en steunmaatregelen, en de gedaalde inflatie hebben wat ademruimte gegeven. Dat is positief. Een aantal verbeteringen heeft een eenmalig karakter en het is echt nog te vroeg om van een stijgende lijn te spreken. Er zijn nog wat na-ijleffecten, positief en negatief, die we nu nog niet kunnen zien. Vandaar dat we het ‘voorzichtig’ noemen.”

 

Wat zegt dit over de financiële weerbaarheid van Nederlandse huishoudens?
“Met wat financiële ademruimte ben je weerbaarder om financiële schokken op te vangen. Voor financiële weerbaarheid is nog iets meer nodig, denk ik. Dat heeft ook te maken met kennis en kunde: ben je digitaal vaardig, durf je om hulp te vragen indien nodig, heb je overzicht en ben je kwetsbaar? Dat staat los van je financiële positie.”

 

Welke concrete verbeteringen in financiële gezondheid zijn in het onderzoek vastgesteld?
“In vorige rapporten wezen we op de noodzaak van samenwerking en het belang van preventie. En de rol van werkgevers daarbij. Daar zijn initiatieven op ontwikkeld. De Nationale Coalitie Financiële Gezondheid is gestart en meer werkgevers hebben zich aangesloten. Inmiddels zijn er meer dan 40 werkgevers met een impact op zo’n 650 duizend werknemers. De Coalitie zet zich ook in om financiële gezondheid bespreekbaar te maken en te bevorderen. Ook de overheid zette een aantal goede stappen: het prijsplafond en noodfonds voor energie, verhoging minimumloon en de invoering van de basisbeurs voor hoger onderwijs. Dat zijn positieve effecten.”

 

Het rapport doet ook een flink aantal aanbevelingen richting consumenten en overheden. Wat zijn daarin de belangrijkste punten wat u betreft?“Bestaanszekerheid en financiële gezondheid als een onderdeel daarvan staan gelukkig hoog op de agenda bij het nieuwe kabinet. Financiële gezondheid in de volle breedte is echt voor iedereen belangrijk. Er zijn in dat kader al bestaande initiatieven en er mogen nieuwe initiatieven bij. Het vergroten van financiële vaardigheden is voor alle Nederlanders belangrijk. Zowel voor de jeugd met educatie, als voor de ouderen met financiële en digitale vaardigheden. Op hoofdlijnen zit nu nog wat weinig structuur en richt zich mijns inziens veel op de korte termijn. Een aanbeveling is om financiële gezondheid en bestaanszekerheid ook voor de langere termijn in te bedden in het beleid. Belangrijk is ook normalisering van het gesprek over financiën, nu praat 41% van de Nederlanders niet of nauwelijks over hun financiën. Als je er niet over praat, kunnen problemen langer onbelicht blijven. De stilte en schaamte is opvallend, door dat tegen te gaan, kunnen we als maatschappij veel kosten en leed besparen.”

Een samenvatting van het Deloitte-rapport is hier te downloaden.