‘Overheid moet niet willen dat ouderen met te weinig genoegen nemen’

‘Met te weinig genoegen nemen’ luidt de titel van een rapport van de Nationale Ombudsman dat deze zomer verscheen. Belangrijkste conclusie is dat veel ouderen wet- en regelgeving ingewikkeld vinden en daardoor soms inkomensregelingen laten liggen. Een van de oplossingen, aldus ombudsman Reinier van Zutphen, is dat gemeenten en landelijke uitvoeringsinstanties zich pro-actiever gaan opstellen en duidelijker gaan communiceren, zeker richting ouderen in een financieel kwetsbare positie.

Een van de schrijnende gevallen die in het rapport worden beschreven, is dat van Tom en Anja uit Nijmegen. ‘Toen ik van de sociale dienst naar de AOW ging was ik klaar bij de gemeente en stonden we er alleen voor’, herinnert Tom. Hij en zijn vrouw hadden geen idee dat ze in aanmerking konden komen voor regelingen, zoals de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) en kwijtschelding van allerlei lokale belastingen. ‘Nee, dat wisten we niet. Dat had niemand tegen ons gezegd.’ Dankzij welzijnsorganisatie Bindkracht kwam het uiteindelijk goed, maar dat duurde wel even want het echtpaar durfde nergens aan te kloppen. Tom: ‘Mijn grote angst was dat we in de problemen zouden komen.’

-De namen Tom en Anja zijn gefingeerd, maar heeft u dit echtpaar echt gesproken?
Van Zutphen: “Ja, naast intermediairs en een aantal maatschappelijke organisaties dat de belangen van ouderen behartigt, heb ik via vragenlijsten in totaal 45 ouderen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd gesproken. Onder hen bevonden zich acht echtparen. Zoals Tom en Anja, om die namen maar even aan te houden, zijn er veel ouderen. Ze bevinden zich in een financieel kwetsbare positie en ze vinden wet- en regelgeving ingewikkeld. In combinatie met een gebrek aan vertrouwen is de afstand die de complexiteit van het sociale stelsel toch al veroorzaakte tussen de overheid en ouderen, de afgelopen jaren toegenomen onder invloed van de coronacrisis en de toeslagenaffaire.”

-Bracht het onderzoek veel schrijnende gevallen aan het licht?
“Ja. Een intermediair uit Rotterdam vertelde over een man met een onvolledige AOW, die
tot zijn dood heeft geleefd zonder AIO. Hij kreeg 700 tot 800 euro per maand en leefde extreem
zuinig. Hij stookte niet om zo rond te komen. Op die manier zijn er veel ouderen die soms tot aan het einde van hun leven nodeloos onder het bestaansminimum leven. Naast onwetendheid en schaamte speelt ook een rol dat ze deel uitmaken van een generatie die anders naar inkomen en de manier van besteden kijken. Vaak zijn ze zelfs bereid om zich uitgaven te ontzeggen die noodzakelijk zijn om gezond oud te worden. Inkomensondersteuning zien ze vaak niet als een recht. Gevolg is dat ze zorg gaan mijden, minder sociaal participeren, de verwarming laag zetten of bezuinigen op de boodschappen. Het is dus van maatschappelijk belang dat ouderen gebruik weten te maken van de financiële ondersteuning waar zij recht op hebben.”

-‘Vaak begrijpen ouderen de overheid niet en de overheid weet hen niet te bereiken’, stelt u vast in het rapport. Zit in die constatering ook de oplossing verscholen?
“Ja. Het belangrijkste is dat de overheid duidelijker en pro-actiever moet communiceren over inkomensregelingen voor ouderen. Voor deze doelgroep, financieel kwetsbare ouderen, is het belangrijk dat zowel gemeenten als landelijke uitvoeringsinstanties ze actief opzoeken en uitnodigen om uit te zoeken welke inkomensondersteuning zij kunnen krijgen. Belangrijk daarbij is dat informatie over inkomensvoorzieningen niet te ingewikkeld is verwoord en op het juiste moment wordt aangeboden. Bij levensgebeurtenissen bijvoorbeeld, zoals pensionering, het overlijden van een partner of wijzigingen in de woonsituatie. Belangrijk is ook dat de overheid het er niet bij laat zitten, als een aanvraag uitblijft. Nabellen of op huisbezoek gaan, wanneer er niet wordt gereageerd op een brief, leveren zeker resultaat op.”

-Heeft de overheid wel een overzicht van deze doelgroep financieel kwetsbare ouderen?
“Nee, dus moet bijvoorbeeld jaarlijks op basis van alle beschikbare data in kaart worden gebracht welke ouderen in een financieel kwetsbare positie zitten en nog geen gebruikmaken van inkomensvoorzieningen. De overheid moet daarnaast beleid maken hoe deze ouderen bereikt kunnen worden én proberen om aan de hand van beschikbare data of door gegevensuitwisseling aanvraagprocedures te vereenvoudigen, eventueel via een wetswijziging.”